Afgelopen maandag 16 januari bezette de UvA-tak van University Rebellion de Amsterdamse Academische Club. Uiteindelijk werd de ME ingezet om het gebouw te ontruimen. Voor sommigen is dat een logische stap: de activisten eigenen zich een plek toe die niet alleen aan hen toebehoort. “Dit is ook mijn gebouw, en zij representeren mij niet” zullen sommigen studenten en medewerkers gedacht hebben.

Ergens begrijp ik dat sentiment: geen enkele subgroep binnen de UvA zou zich zomaar een deel van de universiteit moeten kunnen toe-eigenen. De universiteit is van ons allemaal. Of zou dat in ieder geval moeten zijn. Maar dat was ook de strekking van één van de boodschappen van de activisten: democratisering en meer autonomie voor studenten en medewerkers. De vraag is in hoeverre er nog sprake is van een bezetting als de “bezetters” in feite iedereen oproepen om mee te denken en mee te doen.

Figure 1: University Rebellion bezet Amsterdamse Academische Club - 16 januari 2023

Dit geldt voor Extinction Rebellion in het algemeen: het gaat hen er niet om hun eigen wil aan iedereen op te leggen. Het doel van de burgerlijke ongehoorzaamheid is om mensen te vragen even uit hun dagelijkse routines te stappen, en na te denken over één van de grootste problemen van onze tijd om daar vervolgens samen in een burgerberaad, democratisch, een antwoord op te vinden (link).

De proef zit in de pudding natuurlijk: het is dan aan de activisten om een situatie te creëren waarin iedereen (ook mensen met andere ideeën) ruimte krijgen om mee te praten/denken. Om te laten zien dat ze dat beter (of op een waardevolle manier anders) kunnen dan het dagelijkse management van de universiteit. (En dat is makkelijker gezegd (en op een spandoek geschreven) dan gedaan.) Daar kregen ze alleen helaas de kans niet voor.